Torun

22 juli
Eerst maar eens lekker uitgeslapen vanmorgen. Gewoon omdat het kan. En omdat het tenslotte toch vakantie is. Molly hield zich voor de gelegenheid heerlijk rustig.
De ochtend bleven we heerlijk op de camping. Mart en ik wandelden op ons gemakje naar de Lidl voor brood en verder deden we weinig.
Na het middageten vertrokken we met de camper naar Torun. Pfff, dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan zeg. Nergens konden we parkeren. Uiteindelijk zette Abwin de camper ergens langs de kant van de weg half op een zebrapad. Daarna liepen we de stad in. Van tevoren hadden we precies bekeken wat we wilden doen, dus op naar de scheve toren dan maar. Nou, scheef was ie hoor. Het verhaal ging dat er eens 12 ridders leefden die de kuisheidsgelofte hadden afgelegd. Een van de ridders ging de fout in en werd verliefd op de dochter van een rijke koopman. Toen dit werd ontdekt, kreeg de dame in kwestie 25 slagen en moest de ridder een toren bouwen die zijn zonde weergaf. De legende gaat dat iemand die zondig is, niet kan blijven staan. We betraden de toren en ik heb goed nieuws, ik heb hoop want niemand viel om.
We liepen door een gingen naar het raadhuis. Daar beklommen we de toren. Het was een hele klim, zeker met dat benauwde mondkapje op. Het uitzicht was wel heel mooi gelukkig. Eenmaal beneden spotten we de tinnen kat (die tot het einde van de oorlog vanaf het dak uitkeek naar zijn joods baasje die nooit terugkwam), de koperen ezel (strafwerktuig in de middeleeuwen), kochten peperkoeken (specialiteit van Torun) en daarna hadden de lekkerste specialiteit tot het laatst bewaard, het ijs van Torun. Wat ze ermee doen en hoe het zo lekker zacht wordt, geen idee, maar tjonge wat was het lekker zeg!
Terug op de camping maakte ik een lekker bordje couscous. Lekker en simpel. De avond deed iedereen lekker zijn eigen ding. Ook lekker